Interview met vrijwilliger: Hans Borremans (Surfclub Gooimeer)

In de beginperiode van mijn voorzitterschap was ik een fanatiek surfer. Ik investeerde in goed surfmateriaal en deed mee aan wedstrijden. Het waren wedstrijdvelden met zo’n 60 deelnemers en toch wist ik een aantal keren de derde prijs in de wacht te slepen. Met de komst van een zeilboot, en het vorderen van de leeftijd, werd mijn surfen minder en stopte op een gegeven moment helemaal.

Hoe ik bij de surfclub ben gekomen

In 1983 werd ik gevraagd voorzitter te worden. In die tijd was windsurfen een populaire sport. De club had tegen de 400 leden en er waren plannen een clubaccommodatie te bouwen. De contacten met de gemeente waren niet goed, wat voor een club met bouwambities ongewenst was. Mijn opdracht was als eerste de contacten met de gemeente te verbeteren. Uiteindelijk hebben we elkaar gevonden en al vele jaren is de samenwerking prima. Zonder problemen hebben we de clubaccommodatie kunnen realiseren. Ik ben altijd voorzitter geweest, met daarnaast wedstrijdleider, tijdelijk penningmeester en klusser.

Wat Surfclub Gooimeer als club typeert

Bij de surfclub was en is weinig sprake van een vast stramien. Ook daarom vlogen de jaren voorbij. De technologie van de surfspullen wijzigde regelmatig. En suppen, kitesurfen, wingen en foilen deden hun intrede. Allemaal zaken die aandacht vroegen waardoor er nauwelijks routine was in het voorzitterschap. Ook het teruglopen van de surfsport bracht uitdagingen voor hoe daar als vereniging en voorzitter mee om te gaan. En ook het in eigen beheer een clubaccommodatie bouwen vroeg een aantal jaren grote aandacht.

Vrijwilligerswerk

Vrijwilligerswerk heb ik altijd leuk gevonden. Je hebt samen een doel en dat wil je realiseren. Toen Gooierhoofd, het gebied waar het gebouw van de surfclub staat, nog een braakliggend veld was stonden we met tientallen leden een vlak terrein te scheppen. De glooiingen die je nu rond het surfgebouw ziet, is handwerk van de leden geweest.
Mijn uitdaging is altijd geweest om samen een club neer te zetten waar de mensen graag lid van zijn. Maar ook heel praktisch: het goede gevoel als de begroting gehaald wordt!

Ook de surfclub ontkomt er niet aan dat het steeds moeilijker wordt mensen te krijgen die als kaderlid een verantwoordelijkheid op zich willen nemen. De nieuwe WBTR-wet, waarin regels staan over het besturen van verenigingen en persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders, heeft dat nog versterkt. Mensen op ad-hoc basis krijgen lukt nog wel, maar wordt steeds moeilijker. 
Een belangrijk bestuurlijk aandachtspunt is waardering laten blijken naar mensen die zich inzetten. Onvrede moet je bespreekbaar maken en desnoods ingrijpen.

Wat mij persoonlijk is bijgebleven

Vaak moet ik terugdenken aan de mensen van het eerste uur die overleden zijn. Het was een hechte vriendenclub. Woorden bij de uitvaarten vielen mij zwaar. Mooie persoonlijke momenten waren de benoeming tot landelijk voorzitter van de Hoofdsectie Windsurfen van het Watersportverbond en de Gouden Verbondsspeld bij mijn statutaire afscheid in 2001. En: de benoeming in 2003 tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, mede voor mijn inzet bij Surfclub Gooimeer. Voor de vereniging was de opening van het clubgebouw een kroon op het werk waar we samen jarenlang aan gewerkt hebben.

Wat ik achterlaat

Veel herinneringen en een stabiele en financieel gezonde club. Vriendschappen neem ik mee. Na 40 jaar is het voor mij genoeg. De voorzittershamer heb ik overgedragen aan Remco Toele, die al ruim 20 jaar meedraait in het bestuur. Aan hem de taak om met elkaar een club te houden waar men graag lid van is. 
 

Na een lange procedure is sinds een paar weken de surfclub een door de stichting Commissie Watersport Opleidingen (CWO) erkend opleidingscentrum. De stichting is een samenwerkingsverband met HISWA en Watersportverbond. Opleidingen zijn gecertificeerd en de surfclub mag nu officiële CWO-diploma’s uitgeven. Deze erkenning is een kroon op de sportieve kant en faciliteiten van de surfclub. Ik ben daar trots op.

Tenslotte

Samenwerken met externe partijen heb ik belangrijk gevonden. Wat ik graag wil noemen is de fijne samenwerking met het Sport Platform Huizen. En de mensen bij de gemeente Huizen, vooral die van Sport & Recreatie, gebouwbeheer en het groen op Gooierhoofd.
De bijeenkomsten van het Sportplatform vind ik erg zinvol. Je bouwt je netwerk op en hoort hoe het bij andere clubs gaat. Wethouders zijn aanwezig en je kunt met ambtenaren om advies vragen. In de coronaperiode waren de mensen van Sport & Recreatie scherp om te kijken wat binnen de regels mogelijk was om het verenigingleven toch zoveel als mogelijk op gang te houden. Ik heb dat zeer gewaardeerd.

Allen dank voor de fijne samenwerking!