In- en uitvaartprotocol cruise/werkhaven Huizen

Invaren

De schepen varen vanaf de vaargeul in het Gooimeer (vanuit de richting Amsterdam) vooruit via de subvaargeul de haven van Huizen in, om vervolgens aan te meren aan de gerealiseerde buispalen/cruisesteiger.

Nadat er een bezoek is gebracht aan Huizen varen de schepen door naar een volgende bestemming.

Ten aanzien van de bereikbaarheid van de haven van Huizen dienen de schepen vanuit de hoofdvaargeul uit richting Amsterdam tussen de betonning GM 26 / H 1  en GM 24 richting de haven van Huizen in te varen. Vervolgens wordt de havenmond bereikt en dient stuurboordwal te worden aangehouden om na circa 500 meter de haven/afmeerplaats te bereiken en aan bakboord aan te meren aan de palen. De voorste afmeerpaal is voorzien van een wit rond schijnend licht (avond). 

Uitvaren

Aangezien in de haven van Huizen geen mogelijkheden zijn om te draaien met de cruiseschepen (afmetingen tot 135 meter lang, 12.00 meter breed) dienen de schepen achterwaarts terug te varen naar de vaargeul Gooimeer.

Daar ontstaat, indien geen aanpassingen en of protocol wordt opgesteld, een conflict. Het BPR (Binnenvaart Politie Reglement) legt een 2-tal verboden op ten aanzien van een doorgaande vaargeul.

Een schip mag in een vaargeul niet stil liggen en geen bijzondere manoeuvres uitvoeren (draaien).

Rijkswaterstaat heeft de betonning van de hoofd- en neven- of subvaargeul ter plaatse van de invaart naar Huizen aangepast, waardoor het invaren vanuit de hoofdvaargeul naar de neven-vaargeul eenvoudiger uitgevoerd kan worden.

Met betrekking tot het uitvaren en “uitdraaien” is overeengekomen dat dit kan in het water direct aan de zuidzijde van de hoofdvaargeul Gooimeer uitgevoerd kan worden, direct ten oosten van de sub- of nevenvaargeul. Zie bijgevoegde tekening.

Voldoende diepgang is aangetoond middels een multibeam peiling. Hierbij wordt de bodemhoogte gemeten t.o.v. NAP. Vervolgens kan met de vaste waterstanden (IJsselmeer) worden geconcludeerd dat de diepgang afdoende is voor maatgevende schepen.

Vanaf de afmeervoorziening dient men achterwaarts de haven uit te varen. Na het bereiken van de betonning H3 en H2 dient men voorlangs (ten zuiden van) de betonning GM 24 te “zwaaien” oostzijde nevenvaargeul (Let op achter de betonning GM24 ligt de hoofdvaargeul “Gooimeer”).

Men kan dan vooruit (richting Amsterdam) varen nadat het voorschip denkbeeldig tussen de betonning lijn H2 en GM 24 ligt. Vervolgens kan vooruit de vaargeul worden ingevaren. Zie bijgevoegde tekening.

Let op

  • Tot het bereiken van de opgegeven betonning H 3 en H 2 is niet mogelijk te “zwaaien”.
  • Het draaien in de vaargeul Gooimeer is conform BPR niet toegestaan!
  • Het vaargebied is in de zomer druk bevaren door toeristisch/recreatieve watersporters.

De Havenmeester

De havenmeester heeft zijn kantoor nabij de Botterwerf in de haven, Havenstraat 302 1271 GD te Huizen.